Skip to main content

Regel­ma­tig krijgen wij Bomen­rid­ders als we pleiten voor het bijplan­ten of zelfs maar herplan­ten van bomen te horen: “Geen ruimte, niet boven­gronds en niet onder­gronds”. Boven­gronds speelt parke­ren de hoofd­rol. Onder­gronds zijn dat kabels en leidingen.

Het wordt steeds drukker in de stad: we bouwen bij, we willen kenne­lijk ruimte om onze bolides te parke­ren gedurende de 22 uur per dag dat we ze niet gebrui­ken. Er is ruimte nodig voor riool en water­lei­ding die ook af en toe vervan­gen moet worden. We willen snel inter­net, dus moeten er kabels in de grond, want zoals in de Verenigde Staten waar alle kabels boven­gronds hangen (dus bij storm uitval­len), dat willen we niet.

De rechter heeft ooit bepaald dat de gemeente geen beper­kin­gen mag opleg­gen aan ‘kabel­boe­ren’ omdat door die kabels infor­ma­tie stroomt. Een vergun­ning­plicht zou een beper­king zijn van de vrijheid van menings­ui­ting. Terecht mag de gemeente geen beper­king opleg­gen aan die vrijheid (ook niet bij demon­stra­ties aub). Maar het effect is een wildgroei van kabels, want íedere kabelaar mag nu vrijwel onbeperkt (nieuwe) kabels in de grond leggen en hoeft dat alleen te melden. En zelfs dat gebeurt regel­ma­tig niet: nieuwe leidin­gen staan gewoon niet in de syste­men, terwijl zo’n “KLIC-melding” wette­lijk verplicht is.

Effect is dat het onder­gronds bijna nog drukker is dan daarbo­ven. Straten gaan om de haver­klap open en de gemeente mag het broddel­werk bij het terug­leg­gen van de bestra­ting herstel­len, op kosten van ons allemaal. Én: zo komt er niks terecht van binnen­ste­de­lijke vergroe­ning, met name van voldoende aanplant van bomen die zorgen voor de brood­no­dige verkoe­ling van onze zomerse hitte-eilan­den, voor het filte­ren van fijnstof en voor de opvang van teveel regen.

Hoe dan wel? Volgens ons kan de gemeente zich voorbe­rei­den op zwaar­der inter­net door brede kabel­go­ten te leggen en dan af te dwingen dat die goten door àlle ‘provi­ders’ worden gebruikt, in plaats van einde­loos de straat open te laten breken. Al die goten aan één (zuide­lijke!) kant van de straat zodat er genoeg ruimte vrijkomt voor de aanplant van bomen, ook in smalle straten. Aan die kant kan dan ook het nieuwe riool worden gelegd, als vervan­ging door nieuwe buizen onver­mij­de­lijk is. Dat kan toch nooit een bedrei­ging zijn voor de vrijheid van meningsuiting?

Die warboel overal onder de grond is ook niet zonder gevaar: kabels geven warmte af die bomen kan bescha­di­gen; elektro­mag­ne­ti­sche velden kunnen elkaar beïnvloe­den waardoor mensen helemáál geen betere verbin­ding hebben; lekka­ges zoals van gaslei­din­gen kunnen de dood beteke­nen van bomen in de buurt. Met stads­ver­war­ming gaan we van het gas af, maar voor stads­bo­men is de aanleg een ramp. En als we daarna toch kunnen herplan­ten duurt het weer decen­nia voor we dezelfde positieve invloed van bomen terug­krij­gen. Die tijd hebben we niet. Houd net als bij nieuw­bouw rekening met de bomen die er al zijn, bescherm ze tegen de onder­grondse jungle!

John Steegh (johnsteegh.bsky.social)