Skip to main content

Recent nodigde een ons welge­zinde bomen­des­kun­dige uit Dordrecht ons uit om eens een kijkje te komen nemen in de voorma­lige buiten­plaats Louterbloemen.

Louter­bloe­men? De gemid­delde Dordte­naar zal de naam wel eens gehoord hebben. Maar het gebiedje is voor menig Dordte­naar onbekend. Hij of zij is er nooit geweest. Het ligt dan ook op een onver­wachte plek, namelijk midden in het bedrij­ven­ter­rein Louter­bloe­men. En als mensen het al kennen is dat vanwege het nabij­ge­le­gen dieren­zorg­cem­trum Louterbloemen.

De gemeente weet te melden dat de buiten­plaats oorspron­ke­lijk 8 hectare groot was. Daarvan is nog maar net eenvijfde over, in beheer bij de Natuur- en Vogel­wacht, maar wel nog steeds eigen­dom van Dordt, van ons allemaal dus. Ingericht in 1853 door een rijke meneer, Blussé van Oud Alblas, drukker, uitge­ver en reder, was het al vanaf 1900 als bedrij­ven­ter­rein bedacht.


“Rijke meneer” Blussé van Oud Alblas

Het is dus een wonder­tje dat er nog iets van het landgoed over is. Groot is het niet, maar het is wel een ecolo­gisch parel­tje, op een onver­wachte plek! Inmid­dels is het vooral een flaneer­plek voor de lunch­pau­zes van de mensen die om het parkje heen hun boter­ham verdie­nen. Maar het is vooral een oase in een steen­woes­tijn, misschien zelfs wel de redding tegen water­over­last in het verder sloot­loze gebied.

Het parkje is met zorg ingericht, in een typisch 19e-eeuwse stijl met slinge­rende paden en water­gan­gen. Daardoor lijkt het ook nu nog groter dan het is. Het bord bij de entree vermeldt vooral de aanwe­zig­heid van stinzen­plan­ten, die maar korte tijd in het jaar te zien zijn. Want toen wij er als Bomen­rid­ders waren zagen we vooral brand­ne­tels (stikstof!) en Japanse duizend­knoop. Veel belang­rij­ker: we zagen een groen parel­tje! Er staan deels al zeker 170 jaar oude rode en gewone beuken, naast essen, esdoorns, (zomer- en winter-)lindes en hier en daar nog een paar andere soorten. Zie de foto’s. Het gebied wordt momen­teel exten­sief beheerd en daar wordt het duide­lijk beter van.

Toch maken wij ons zorgen. De bomen in het gebied zijn beschermd, want dit gemeen­te­lijk monument staat als ‘ensem­ble’ op de Bomen­lijst. Maar hoe zorgen we er voor dat het mooiste van het landgoed, de oude beuken, tegen de tijd dat ze aan het eind van hun levens­duur zijn niet verdwij­nen zonder dat aan verjon­ging is gedacht? We willen vermij­den dat de buiten­plaats zo verloe­dert dat het ten offer valt als weer een extra bedrij­ven­ter­rein. We roepen de gemeente dan ook op om de bomen niet alleen via een toekom­stige Bomen­kaart te blijven bescher­men, maar ook nú jonge beuken aan te planten, zodat de volgende genera­tie klaar staat tegen de tijd dat de vermoeide oude beuken het loodje leggen. Dat kan nog even duren, maar dit is nù het moment om bij te planten! We gaan dat beplei­ten bij de gemeente, ook al zal dat door de bezui­ni­gin­gen extra moeilijk worden. Dus graag steun voor dit oerbos, een oorspron­ke­lijk bos dat zich zonder (veel) mense­lijke invloed heeft ontwik­keld en zich handhaaft en dus te beschou­wen is als een uniek stukje wilder­nis in Dordrecht.

John Steegh (johnsteegh.bsky.social)


Sfeer­vol bos


Mega-beuken en slinge­rende paden


Een inmid­dels gesneu­velde beuk, mag geluk­kig blijven liggen!