De Bomenridders Dordrecht zijn in december 2020 opgericht. Graag vertellen we regelmatig over wat ons bezig houdt en hoe we Dordrecht boomrijker, biodiverser, klimaatbestendiger en voor iedereen leefbaarder willen maken. Een flinke ambitie!
De vorige column heb ik de dubbelhartigheid van gemeente Dordrecht besproken: een internationale onderscheiding incasseren, maar niet communiceren met je eigen inwoners over wat er feitelijk met bomen hier gebeurt. Hoog opgeven over bescherming van wat er aan bomen staat, maar ruim baan geven aan projectontwikkelaars, wat de consequenties ook zijn voor prachtige bomen, die er gewoon stáán. Aantrekkelijke, maar abstracte plannen, in de Spoorzone en wat concreter op Stadswerven, nu de praktijk nog.
Over die spanning tussen plannen en praktijk wil ik het opnieuw hebben.
Alom, niet alleen in Dordrecht, schakelt men bij nieuwe ontwikkelingen bureau’s in om sfeerimpressies te maken van hoe het er uit gaat zien als het klaar is. In aanlokkelijke perspectieftekeningen wemelt het van de grote bomen. Alleen: die bomen staan wel in dat te ontwikkelen gebied, maar ‘toevallig’ niet waar de tekenaar ze ‘neerzet’. Waar ze wèl staan komen de woningen, wegen, bedrijven, voorzieningen die daar óók moeten komen. Ontwikkelaars doen vaak net alsof ze op een blanco vel een nieuwe werkelijkheid kunnen tekenen. De (erfgoed)geschiedenis van het gebied wordt daarmee niet alleen uitgewist, maar ook de kansen die bestaande bomen voor een leefbare en aantrekkelijke nieuwe omgeving bieden. De spanning plannen — praktijk is er dus al in de planvorming zelf: wat er is is niet relevant voor wat er komt.
Dat kan anders. Waarom inventariseren we niet alleen wat er in de Spoorzone aan gebouwen staat (en bekijken wat we willen houden), maar ook aan groen? Waarom beginnen we niet met een tekening van wat er aan groen (bomen, struiken, grasveldjes, ook water) is en ontwerpen de stenen daar omheen? Als we dat doen — we hebben als Bomenridders uitgezocht welke grote volwassen bomen er nú in de Spoorzone staan, het gaat om honderden — dan is dat kassa voor de ontwikkelaar: hij kan reclame maken met het vanaf het begin wonen in een ‘groene’ omgeving, een echte dus, geen nepbelofte.
Veel Dordtenaren die we spreken gaan er klakkeloos vanuit, dat als ergens een plan wordt gemaakt voor nieuwe woningen, bedrijven of zelfs nieuw groen, het bestáánde groen eerst verdwijnt. Dat hebben landschapsarchitecten, ontwerpbureau’s, projectontwikkelaars en beleidsambtenaren gewoon weten te maken. Maar dat ís niet gewoon. We hebben aan de omgang met de oude binnenstad van Dordrecht gezien welke gedrochten deze manier van denken oplevert: kijk maar naar de Grote Markt die nu voor vele miljoenen leefbaar gemaakt moet worden — en waar opnieuw met bestáánde bomen geen rekening wordt gehouden! Zoals we inmiddels geleerd hebben dat een historische binnenstad geen blanco ontwerpgebied is, zo moet dat ook gelden voor het bestaande bomenbestand in Dordrecht. Als kans, niet belemmering. Dan komen theorie en praktijk in Dordrecht dichter bij elkaar.
John Steegh
@johnsteegh
Eerder gepubliceerd in Het eiland van Dordrecht, natuurlijk groen en duurzaam.