Skip to main content

Activiteiten De Bomenridders Dordrecht

Door 1 mei 2021augustus 18th, 2021Algemeen

De Bomen­rid­ders Dordrecht zijn in decem­ber 2020 opgericht. Graag vertel­len we regel­ma­tig over wat ons bezig houdt en hoe we Dordrecht boomrij­ker, biodi­ver­ser, klimaat­be­sten­di­ger en voor ieder­een leefbaar­der willen maken. Een flinke ambitie!

De vorige column heb ik de dubbel­har­tig­heid van gemeente Dordrecht bespro­ken: een inter­na­ti­o­nale onder­schei­ding incas­se­ren, maar niet commu­ni­ce­ren met je eigen inwoners over wat er feite­lijk met bomen hier gebeurt. Hoog opgeven over bescher­ming van wat er aan bomen staat, maar ruim baan geven aan project­ont­wik­ke­laars, wat de conse­quen­ties ook zijn voor prach­tige bomen, die er gewoon stáán. Aantrek­ke­lijke, maar abstracte plannen, in de Spoor­zone en wat concre­ter op Stads­wer­ven, nu de praktijk nog.

Over die spanning tussen plannen en praktijk wil ik het opnieuw hebben.

Alom, niet alleen in Dordrecht, schakelt men bij nieuwe ontwik­ke­lin­gen bureau’s in om sfeer­im­pres­sies te maken van hoe het er uit gaat zien als het klaar is. In aanlok­ke­lijke perspec­tief­te­ke­nin­gen wemelt het van de grote bomen. Alleen: die bomen staan wel in dat te ontwik­ke­len gebied, maar ‘toeval­lig’ niet waar de tekenaar ze ‘neerzet’. Waar ze wèl staan komen de wonin­gen, wegen, bedrij­ven, voorzie­nin­gen die daar óók moeten komen. Ontwik­ke­laars doen vaak net alsof ze op een blanco vel een nieuwe werke­lijk­heid kunnen tekenen. De (erfgoed)geschiedenis van het gebied wordt daarmee niet alleen uitge­wist, maar ook de kansen die bestaande bomen voor een leefbare en aantrek­ke­lijke nieuwe omgeving bieden. De spanning plannen — praktijk is er dus al in de planvor­ming zelf: wat er is is niet relevant voor wat er komt.

Dat kan anders. Waarom inven­ta­ri­se­ren we niet alleen wat er in de Spoor­zone aan gebou­wen staat (en bekij­ken wat we willen houden), maar ook aan groen? Waarom begin­nen we niet met een tekening van wat er aan groen (bomen, strui­ken, grasveld­jes, ook water) is en ontwer­pen de stenen daar omheen? Als we dat doen — we hebben als Bomen­rid­ders uitge­zocht welke grote volwas­sen bomen er nú in de Spoor­zone staan, het gaat om honder­den — dan is dat kassa voor de ontwik­ke­laar: hij kan reclame maken met het vanaf het begin wonen in een ‘groene’ omgeving, een echte dus, geen nepbelofte.

Veel Dordte­na­ren die we spreken gaan er klakke­loos vanuit, dat als ergens een plan wordt gemaakt voor nieuwe wonin­gen, bedrij­ven of zelfs nieuw groen, het bestáánde groen eerst verdwijnt. Dat hebben landschaps­ar­chi­tec­ten, ontwerpbureau’s, project­ont­wik­ke­laars en beleids­amb­te­na­ren gewoon weten te maken. Maar dat ís niet gewoon. We hebben aan de omgang met de oude binnen­stad van Dordrecht gezien welke gedroch­ten deze manier van denken oplevert: kijk maar naar de Grote Markt die nu voor vele miljoe­nen leefbaar gemaakt moet worden — en waar opnieuw met bestáánde bomen geen rekening wordt gehou­den! Zoals we inmid­dels geleerd hebben dat een histo­ri­sche binnen­stad geen blanco ontwerp­ge­bied is, zo moet dat ook gelden voor het bestaande bomen­be­stand in Dordrecht. Als kans, niet belem­me­ring. Dan komen theorie en praktijk in Dordrecht dichter bij elkaar.

John Steegh

@johnsteegh

 

Eerder gepubli­ceerd in Het eiland van Dordrecht, natuur­lijk groen en duurzaam.