De Bomen­rid­ders Dordrecht maken zich ernstig zorgen over de door mensen veroor­zaakte klimaat- en biodiversiteit-crisis.

Met de stich­ting Bomen­rid­ders Dordrecht willen de bomen­rid­ders een bijdrage leveren aan het bestrij­den van die crises, door nadruk­ke­lijk en actief het bewust­zijn bij overhe­den, onder­ne­mers, organi­sa­ties, politiek en burgers te vergro­ten voor het:

  • behoud van bestaande bomen,
  • aanplant van meer bomen en groen,
  • behoud, herstel en vergro­ting van biodiversiteit,
  • en het verbe­te­ren van leefom­stan­dig­he­den en onder­houd die daarvoor nodig zijn, in Dordrecht en omgeving.

Om dit gestalte te geven hebben wij een tienpun­ten­plan opgesteld.

Tienpuntenplan De Bomenridders Dordrecht

 

W ij, De Bomen­rid­ders Dordrecht denken vanuit een diep gevoelde zorg actief mee over de klimaat­cri­sis en de biodi­ver­si­teits­cri­sis en de lokale stappen voor het tegen­gaan daarvan in Dordrecht en de Drechtsteden.

Het bomen­be­leid van en in de gemeente Dordrecht heeft daarin onze bijzon­dere aandacht.

Plaats muis of vinger op een punt om een extra toelich­ting in beeld te krijgen. 

1) Wij Bomen­rid­ders beplei­ten tot 2030 in de gemeente Dordrecht tenmin­ste 120.000 bomen te planten (één per inwoner) en een duurzaam bomen­be­leid. Dat betekent voor iedere boom een adequate boomspie­gel: de directe omgeving van iedere nieuw geplante boom wordt (ook onder­gronds) zo ingericht dat de boom er gezond volwas­sen kan worden en de voor zijn soort gebrui­ke­lijke levens­duur kan blijven staan. Daarbij hanteert de gemeente bij de finan­cie­ring van de aanplant een afschrij­vings­ter­mijn gelijk aan die natuur­lijke levensduur.

Toelich­ting: Het Inter­na­ti­o­nal Panel on Climate Change (IPCC) heeft als een van de snelste, praktisch te reali­se­ren aanpak van de klimaat­cri­sis de aanplant aanbe­vo­len van 1 miljard bomen wereld­wijd. Dordrecht moet daar aan bijdra­gen. Uitein­de­lijk gaat het om aantal­len én kroon­vo­lume, zoveel mogelijk bomen moeten 100 kunnen worden (of meer) en volle­dig uit kunnen groeien.

2) Wij Bomen­rid­ders willen dat voor elke gekapte boom in Dordrecht binnen een straal van 1 km een boom met een gelijk­waar­dig kroonvolume/bladerdek wordt terug­ge­plaatst of, als dat onhaal­baar is, kleinere bomen met opgeteld een verge­lijk­baar kroon­vo­lume. Er komt daarnaast een lijst van bomen die van natio­naal belang zijn zoals hoge leeftijd, bijzon­dere schoon­heid, zeldzaam­heids­waarde of of beeld­be­pa­lend voor de omgeving. Deze lijst van monumen­tale bomen dient eens in de vijf jaar bijge­werkt te worden. In de lijst kunnen zowel bomen staan op publiek terrein als in parti­cu­liere tuinen.

Toelich­ting:Grote, karak­te­ris­tieke bomen vormen op zichzelf een sieraad voor de stad en de kroon op het groen daarbin­nen. Dat moeten we zeer koeste­ren en extra bescher­men, mede vanwege de veel grotere bijdrage van derge­lijke bomen aan afvang van CO2 en fijnstof, tempe­ren van hitte­stress en stede­lijke biodiversiteit.

 

3) De Bomen­rid­ders beschou­wen bomen en strui­ken en biodi­ver­si­teit als kapitaal voor jong en oud. Door middel van regel­ge­ving moet natuur­in­clu­sief bouwen de gouden standaard worden. Dat betekent natuur integre­ren in de bouw van wonin­gen, bedrijfs­pan­den en andere objec­ten, inclu­sief aandacht voor de natuur in de omgeving (vleer­mui­zen, vogels, insec­ten en beplanting).

Toelich­ting: We doen het niet voor onszelf alleen, maar meer nog voor een gezonde en veilige leefom­ge­ving voor onze kinde­ren en klein­kin­de­ren, toekom­stige genera­ties en in samen­hang met alles wat leeft.

4) De Bomen­rid­ders willen dat de gemeente alleen een kapver­gun­ning verstrekt als de onver­mij­de­lijk­heid van kap door de aanvra­ger kan worden aange­toond: “Nee, tenzij”. Dit principe moet in de APV en de beoor­de­lings­ta­bel voor kapaan­vra­gen worden vastgelegd.

Toelich­ting: De gemeen­te­raad dient hier in samen­spraak met de inwoners scher­pere crite­ria voor vast te stellen. Iedere boom van zekere omvang (wij denken aan 15cm doorsnede op 1,30m hoogte) moet van nu af beschermd worden (dus niet alleen de bomen op de Bomen­lijst 2020). Ook dient de gemeente altijd bij een kapaan­vraag met de aanvra­ger te overleg­gen of de kap verme­den kan worden. Kapaan­vra­gen dienen vanaf de aanvraag openbaar te zien zijn en daarover moet helder gecom­mu­ni­ceerd worden: boomsoort, locatie, reden voor de kap en een plan voor herplant. Ook dient de plaats van een boom in een bijeen­pas­send geheel (‘ensem­ble’ of complex) in de kapaan­vraag meege­no­men te worden.

5) De Bomen­rid­ders willen dat de gemeente alle bomen in de openbare ruimte goed onder­houdt. Daar hoort een openbaar toegan­ke­lijk regis­ter bij: welke bomen zijn waarom gekapt, zijn er vervan­gende bomen geplant, waar en hoeveel zijn er gekapt en ligt de nieuwe aanplant op schema?

Toelich­ting: een krimpend budget leidt tot onvol­doende of onoor­deel­kun­dig onder­houd. Of de stad genoeg doet om haar bomen­be­stand op peil te houden dient openbaar contro­leer­baar te zijn en vervan­gende aanplant moet goed worden geadmi­ni­streerd. Als er bomen worden gerooid worden er nieuwe bomen herplant, evenre­dig aan hun ecolo­gi­sche, CO2, zuurstof en maatschap­pe­lijke histo­ri­sche schoon­heids­waarde. Herplant wordt net als het kappen van bomen gerap­por­teerd in de lokale kranten.

6) De Bomen­rid­ders beplei­ten dat parti­cu­liere eigena­ren van monumen­tale bomen desge­wenst voor hun boombe­heer actief worden onder­steund door de gemeente.

Toelich­ting: Parti­cu­liere eigena­ren bezit­ten een groot deel van ons ecolo­gisch erfgoed. Aan het behoud en beheer daarvan moeten we allemaal via de gemeente willen bijdra­gen. De gemeente zal in sommige geval­len bij zeer waarde­volle bomen waarbij de eigenaar aantoon­baar niet langer zelf het onder­houd aan kan of het risico qua aanspra­ke­lijk­heid als oneven­re­dig groot ervaart, de zorg en het risico voor de boom overne­men en de boom zonodig adopte­ren. Bomen zijn immers van ons allemaal.

7) Bomen­rid­ders beplei­ten het aanwij­zen van een offici­ële wijkboom in elke wijk. De boom moet de gelegen­heid krijgen om haar volle­dige levens­duur te leven als symbool voor wijsheid, bescher­ming, kracht, overvloed en schoonheid.

Toelich­ting: Bomen creëren verha­len. Verha­len creëren identi­teit en betrok­ken­heid. De offici­ële status van wijkboom bevor­dert dit en maakt het mogelijk voor de basis­scho­len te funti­o­ne­ren als start­punt voor.

8) De Bomen­rid­ders willen dat Dordrecht anders inves­teert in biodi­ver­si­teit. Daarom worden diverse in het ecosys­teem passende boomsoor­ten naast elkaar geplant, mag blad blijven liggen en wordt ‘onkruid’ niet meer wegge­brand. Waar mogelijk blijven ook gestor­ven bomen liggen voor de overle­ving van zwammen, insec­ten en vogels. Perken worden insec­ten­vrien­de­lijk ingericht. De bestrij­ding van mogelijke plagen is op biolo­gi­sche grond­slag. Dit houdt in dat rekening wordt gehou­den met dieren­wel­zijn, milieu en natuur­lijke kringloopprocessen.

Toelich­ting: Lange identieke bomen­rijen zijn de afgelo­pen jaren kwets­baar geble­ken voor ziektes en verval, maar in feite hebben àlle stads­bo­men het moeilijk. Klimaat­ver­an­de­ring (inclu­sief verdro­ging) en lucht­ver­ont­rei­ni­ging spelen daarbij een rol, maar ook bijna altijd het gebrek aan leefruimte, monocul­tu­ren en het verdwij­nen van diersoor­ten (insec­ten, vogels). We moeten dus de héle stad willen vergroenen.

9) De Bomen­rid­ders willen dat de gemeente ál zijn perso­neel opleidt om in ‘groene kansen’ te denken, ook als het formeel binnen het eigen werkveld niet aan de orde is. Daarnaast maakt de gemeente gebruik van de kennis en inzich­ten van de diverse ‘groene’ organi­sa­ties in de stad. De Gemeente komt met een concreet actie­plan om hitte­stress en verdro­ging tegen te gaan. Ontste­ning en vergroe­ning zijn hiervan de kern.

Toelich­ting: ‘Groen’mensen staan vaak geïso­leerd in de organi­sa­tie. De stads­eco­loog moet hier een sterke verbin­dende rol in spelen, zodat integraal ‘groen’ en boomvrien­de­lijk wordt gedacht en (samen)gewerkt. De Groene organi­sa­ties in de stad vormen een waarde­vol kennis­net­werk. De gemeente overziet immers niet alles wat er qua groen op haar grond­ge­bied gebeurt. Alle ambte­na­ren gaan op een biodiversiteitscursus.

10) De Bomen­rid­ders willen dat Gemeente ernaar streeft de bewoners van de stad zoveel als mogelijk te betrek­ken bij een actief en ambiti­eus vergroe­nings­be­leid gericht op het vergro­ten van de biodi­ver­si­teit. Ze richt hiertoe een meldpunt Biodi­ver­si­teit op. Er komen per straat vergroeningsplannen.

Toelich­ting:

dit zelfstan­dige meldpunt wordt bemenst door 2 deskun­dige ambte­na­ren en 2 bewoners van de stad. Het meldpunt motiveert het overne­men en afwij­zen van door burgers ingediende plannen. Eén plan per straat voorkomt top-down benade­ring, maakt gebruik van de ambities per straat en vergroot het draag­vlak. Leidend is de gemeen­te­lijk vergroe­nings­am­bi­tie. De Gemeente publi­ceert een concreet toets­baar halfjaar­lijkse voort­gangs­be­richt over dit vergroe­nings­be­leid in Dordrecht. Doel is dat de Gemeente haar inwoners trans­pa­rant en pro-actief meeneemt in haar vergroe­nings­stre­ven en daarbij expli­ciet erkent dat we te maken hebben met een klimaat- en een biodi­ver­si­teits­cri­sis. In het licht hiervan worden Dordtse pleinen ontsteend en verboomd. De pleinen krijgen naast een evene­men­ten­func­tie een natuur­waarde functie waar burgers kunnen verblij­ven en genie­ten in de schaduw van de bomen. Ontste­ning van openbare ruimten en privé tuinen wordt een doelbe­wust en norma­tief beleid. Parkeer­plaat­sen mogen uitslui­tend met open water­door­la­tende stenen/structuren worden aange­legd en op deze wijze aange­past waar dit nog niet het geval is.